Nederland heeft “een paar uitstekende kandidaten” die Christine Lagarde later dit jaar kunnen opvolgen als directeur van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington. Dat zei minister Wopke Hoekstra van Financiën voor aanvang van een bijeenkomst van de ministers van Financiën van de eurozone in Brussel.
“Ik noem geen namen want dat verkleint zijn of haar kansen”, aldus de bewindsman.
Een van de namen die circuleren in Brussel, is die van oud-minister van Financiën en voormalig eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem. Maar dat Dijsselbloem een internationale topbaan krijgt, is allerminst zeker. Zo wordt ook Mark Carney, hoofd van de Britse centrale bank, genoemd als opvolger van Lagarde.
De voordracht van Lagarde als nieuwe voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB) staat maandag op de agenda van de eurogroep.
Volgens een informele afspraak leveren de Europese landen het hoofd van het IMF, terwijl de Amerikanen die van de Wereldbank mogen benoemen. Dat betekent dat Europa eensgezind een kandidaat moet vinden.
Dijsselbloem bekend vanwege Griekse crisis
Bij de verdeling van baantjes voor hoge Europese posten, greep Nederland afgelopen week net naast de hoofdprijzen. Frans Timmermans viel af bij de strijd om het voorzitterschap van de Europese Commissie.
De functie van voorzitter van de Europese Raad van regeringsleiders ging naar de Belgische oud-premier Charles Michel. En de Française Christine Lagarde werd de beoogde nieuwe baas van de Europese Centrale Bank.
Dijsselbloem heeft in zijn tijd als voorzitter van de eurogroep een sterk reputatie opgebouwd bij Noord-Europese landen, met zijn aanpak van de Griekse schuldencrisis. Het stringente hervormings- en bezuinigingsbeleid dat Griekenland sinds 2015 kreeg opgelegd voorkwam een Grexit, maar had ook een keerzijde.
Afgelopen jaar stelde Dijsselbloem bij het programma Nieuwsuur in een terugblik: "Het dal waar Griekenland doorheen is gegaan, is zo diep geweest, dat je het geen succes kan noemen."
Ook plaatst de PvdA'er achteraf vraagtekens bij de hoeveelheid hervormingsprogramma’s die de Grieken moesten doorvoeren. "We weten ook in Nederland hoe moeilijk het is om overheidshervormingen door te voeren. We hebben enorm veel gevraagd van de Grieken aan die hervormingskant, te veel. Als je een goed functionerend ambtelijk apparaat hebt, dan is het al moeilijk. Maar daarvan was in Griekenland natuurlijk geen sprake."
Griekenland kampte vanaf 2009 met enorme begrotingstekorten. De financiële steun om dat op te lossen is gestopt en sinds 2018 is het land definitief uit het Europese noodprogramma.
Sinds 2010 heeft het land 273,7 miljard euro aan gunstige leningen ontvangen, waarvan 241,6 van de eurolanden en 32,1 van het Internationaal Monetair Fonds.